Source : De Standaard
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=2R2HA30P&subsection=55
31 Oct. 2009

Als een bom in Afghanistan  

zaterdag, 31.10.2009

foto

Is de bloedige bomaanslag van afgelopen week in het Pakistaanse Peshawar niet het zoveelste bewijs dat de strijd in de 'Afpak'-regio hopeloos is? RIK COOLSAET pleit voorzichtig voor een afbouw van de militaire aanwezigheid.

De voorbije week was een van de bloedigste in Afghanistan sinds de oorlog daar begon in 2001. Net zoals de week daarvoor. En de week daarvoor. Afghanistan is een uitzichtloze nachtmerrie. Vijftien uur discussies heeft president Obama er intussen op zitten. Eindelijk werden de vragen gesteld die acht jaar geleden hadden moeten gesteld worden. Maar de antwoorden zijn er niet simpeler noch eenduidiger op geworden.

De meest uiteenlopende recepten doen de ronde. Voor de enen moet de Amerikaanse aanwezigheid in Afghanistan nogmaals fors verhoogd worden om de Afghaanse Taliban uit de tien grootste steden te verjagen en er de bevolking te beschermen, totdat de Afghaanse autoriteiten de controle over het grondgebied kunnen overnemen. Maar wat als veertigduizend extra troepen de beloofde vruchten niet afwerpen en de Afghaanse bevolking de verhoogde Amerikaanse aanwezigheid nog meer als een bezetter gaat ervaren ? Nog meer troepen sturen en in dezelfde vicieuze cirkel terecht komen als destijds in Vietnam ?

Voor de anderen heeft Afghanistan nog maar weinig uitstaans met de strijd tegen het terrorisme. Buitenlandse jihadi's en wat rest van Al-Qaeda hebben Afghanistan immers jaren geleden verlaten. Pakistan is nu de terroristische hub geworden. In Afghanistan moeten alle inspanningen gericht worden op een versnelde opleiding van het Afghaanse leger, de onderstutting van de Afghaanse regering en de economische ontwikkeling van het land. Maar wat als de Amerikaanse troepen zich terugtrekken, de regering valt en de Taliban terugkeren naar Kabul ?

De knappe koppen die zich nu al weken in Washington over zulke scenario's buigen, kregen er deze week nog een mokerslag bovenop. Een alom gewaardeerd diplomaat en ex-marine, met ervaring in Irak en Afghanistan, haalde alle voorpagina's toen hij zijn pijlen richtte op de kern van het probleem, zoals hij dat ervaren had: de westerse militaire aanwezigheid blaast de opstand aan in plaats van ze te bedwingen. Wie zijn immers die opstandelingen? Afghanen, die tegen de Verenigde Staten vechten omdat de Amerikaanse troepen daar zijn. Zij trekken op de allereerste plaats ten strijde tegen de almaar groter wordende westerse voetafdruk in hun dorpen en valleien. In Afghanistan woedt een burgeroorlog, waarin een stedelijke, seculiere en hoogopgeleide elite botst op een traditionalistische, religieuze en ongeletterde plattelandsbevolking. De westerse aanwezigheid speelt daarbij in de kaart van extremisten, die aanhang verwerven in naam van de bescherming van de oude en religieuze waarden. Afbouwen die westerse aanwezigheid, is zijn boodschap.

Dat dit standpunt als een bom insloeg, had alles te maken met het ankerpunt van alle gangbare scenario's: de Afghaanse regering. Iedereen in Washington deelt vandaag de wens dat land zo snel als enigszins mogelijk te verlaten. Maar dat veronderstelt een regering in Kabul die in staat is om een min of meer behoorlijk bestuur te voeren, een leger dat het grondgebied min of meer controleert en een rechtssysteem dat min of meer, wel, recht spreekt. Meer is niet nodig, zal een cynicus opmerken. Maar daar is Afghanistan verder dan ooit van verwijderd. De frauduleuze verkiezingen van augustus jongstleden en de berichten dat de broer van president Karzai door de CIA wordt betaald, hebben de legitimiteit van de zittende regering nog wat meer aangetast. Velen delen de mening dat de regering-Karzai incompetent en corrupt is, en bovendien samenspant met krijgsheren met bloed aan de handen. Zolang er in de Afghaanse hoofdstad geen serieus bestuur is, zullen de Taliban vooruitgang blijven boeken, beseft Washington. En het is niet zeker dat de tweede stemronde, zaterdag aanstaande, enig verschil gaat maken.

Ambitieuze westerse pogingen om de politieke landkaart in andere landen te hertekenen, kenden in het verleden bijna nooit succes. In Duitsland en in Japan lukte dat wel na de Tweede Wereldoorlog. Maar dat waren uitzonderlijke tijden. De betrokken landen waren verslagen en hun bevolking zelf snakte naar een ander soort samenleving. Zowat alle andere pogingen om een land van buiten uit te hervormen, zijn op een fiasco uitgelopen. Waarom zou het Westen er vandaag beter in slagen om van Afghanistan een functionerende gecentraliseerde staat te maken dan de Sovjet-Unie drie decennia eerder of de Britten anderhalve eeuw geleden?

Misschien is het, alles goed en wel beschouwd, toch best de westerse gevechtstroepen geleidelijk af te bouwen en de Taliban daarmee van hun vijand te beroven, de Afghaanse kwestie te regionaliseren met een veel grotere rol en betrokkenheid van de buurlanden, en de wederopbouw van het land eindelijk serieus te coördineren onder leiding van de Verenigde Naties. Misschien.

Blijven is een probleem. Weggaan een risico. Het moet dezer dagen eenzaam aanvoelen in de westelijke vleugel van het Witte Huis, waar de president zijn bureau heeft.

RIK COOLSAET
Wie?
Rik Coolsaet is voorzitter van de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de Universiteit Gent.
Wat?
Afghanistan blijft een schier onoplosbaar probleem voor de VS.
Waarom?
Blijven is een probleem. Weggaan een risico.

.