EGMONT IN THE PRESS - Source : De Morgen
http://www.demorgen.be
7 May 2013

Als we in Syrië alsnog militair ingrijpen

OPINIE − 07/05/13, 07u32

Hebben Washington en Brussel de harde lessen geleerd van de oorlogen in Afghanistan, Irak en ex-Joegoslavië? Dat vraagt Jo Coelmont zich af. Coelmont is is brigadegeneraal buiten dienst, verbonden aan het Egmont Instituut, en voormalig permanent militair vertegenwoordiger bij de EU.

  •  
    Uiteindelijk zal het Westen allicht alsnog militairen inzetten in Syrië. Om te redden wat er te redden valt
  • foto
    © kos.

Op dit ogenblik is de situatie in Syrië allesbehalve duidelijk. Is er sprake van een patstelling in de krachtverhoudingen tussen de opstandelingen en de regeringstroepen en speelt de tijd dan in het voordeel van Assad? Verwerven de extremistische troepen in het noorden te veel invloed? Is er een militaire interventie in de maak om de opstandelingen in het zuiden gecoördineerde hulp te verschaffen en komt daarmee de eindfase in zicht? Is er toenemend gevaar voor een 'spillover' van het conflict, onder meer naar Israël? Vanuit Washington wijzen meerdere signalen erop dat in elk scenario een militaire operatie wordt overwogen. Dit kan worden afgeleid uit de hoorzittingen die midden april werden gehouden in het Amerikaanse Congres en ook uit de intensieve pendeldiplomatie die aansluitend op touw werd gezet door de ministers Kerry en Hagel en door generaal Dempsey, chairman of the Joint Chiefs of Staff. De aflossing van de VS-troepen in Libanon door een volwaardig hoofdkwartier, een eenheid die tevens planning en leiding kan geven aan een mogelijke interventiemacht in Syrië, toont aan dat waar voordien vrij abstract werd verwezen naar mogelijke interventies en red lines, er nu meer concreet wordt nagegaan welke militaire interventie opportuun is. Enkel wanneer zou nog niet duidelijk zijn. De vraag is echter of dit bijdraagt tot een globale oplossing.

Eerste vraag: het doel
Vooreerst is een militaire interventie slechts zinvol om een welbepaald 'end state' te bereiken, een duidelijke politieke doelstelling. En ook hier is onduidelijkheid troef. Is het doel humanitaire hulp bieden: in Syrië, in heel het land, ook in de regio? Is het om een einde te stellen aan de gevechten? Om een regimeverandering door te voeren, gekoppeld aan wederopbouw? En wie zijn dan de gesprekspartners? Of staat de beveiliging van chemische en biologische wapens centraal?

Afghanistan en Irak maar ook Libië hebben duidelijk gemaakt dat enkel de inzet van militaire middelen niet volstaat. Lacunes op het vlak van de civiele en de economische ondersteuning, gecombineerd met onduidelijke en vaak wisselende politieke objectieven, hebben geleid tot de onbevredigende toestand die we vandaag kennen in beide landen. Zal dit nu anders zijn? Het is bijzonder jammer vast te stellen dat, twee jaar na het uitbreken van de crisis in Syrië, een consensus over de gewenste politieke oplossing nog steeds ontbreekt, net als een resolutie van de Veiligheidsraad.

Nochtans mag dit alles niet beletten dat we nagaan of in de aanloop naar een globale oplossing 'iets' kan gedaan op militair vlak. De idee om humanitaire corridors of veilige zones in te stellen met militaire bescherming doet terugdenken aan de harde lessen geleerd tijdens de operaties in het voormalige Joegoslavië. Een dergelijk beperkt mandaat voor humanitaire hulp zal niet beletten dat zelfs in de onmiddellijke omgeving van de troepenmacht brutale mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Na verloop van tijd kan dit enkel leiden tot het afbreken van de opdracht of tot een robuuster interventie. En dat geldt op dit ogenblik ook voor het installeren van een no-flyzone. Telkens als er bijkomende mogelijkheden opduiken - en die zullen er zijn - wordt escalatie "de enige oplossing". Elke militaire interventie in Syrië zal er dus een zijn van 'een zekere omvang', 'een zekere duur', met 'globale doelstellingen'.

EU-defensiebeleid
Een militaire inzet in Syrië vereist sowieso zeer gesofisticeerde capaciteiten, zowel op tactisch als op strategisch vlak. Laat dit nu de voornaamste lacune zijn in het wapenarsenaal van de Europese strijdkrachten. Mocht de EU de ambitie hebben om een alomvattend crisisbeheer op te zetten met een politiek, een civiel en een economisch luik, dan zal haar militaire pijler wellicht te zwak uitvallen. Wanneer de Unie in een dergelijk scenario zou uitkijken naar partners, dan wordt alvast verwacht dat de Europese militaire bijdrage betekenisvol is en blijft, tot een duurzame oplossing wordt bereikt. Dit laatste vergt veelal meerdere jaren (en voor de Balkan: decennia). Is Europa hiervoor klaar? Politiek gezien ontzegt de EU zich op dit ogenblik het recht prominent te pleiten voor een militaire tussenkomst in Syrië, ook al zou dit moreel verantwoord zijn.

Destijds kwam de crisis in Joegoslavië te vroeg om te spreken van ' l'heure de l'Europe'. Maar deze crisis gaf wel de aanzet om een Europese defensiepolitiek uit te bouwen. Syrië, dat de inzet van meer strategische middelen vergt, komt alweer te vroeg. In deze context kan het initiatief van EU-Raadsvoorzitter Herman Van Rompuy om een 'Europese defensie' op de agenda te plaatsen van de EU-top van december moeilijk worden overschat. Het is tijd om een volwaardige Europese veiligheidsstrategie uit te werken, om niet langer achterop te hinken, maar daarentegen een preventief beleid te voeren.

Intussen is het inderdaad een aberratie vast te stellen dat in Syrië vanuit "diverse hoeken" een slijtageslag wordt gestimuleerd, met als direct gevolg meer doden en meer interne spanningen die elke toekomst hypothekeren. In de ultieme fase, wanneer duidelijk wordt wie de bovenhand haalt, zal de internationale gemeenschap allicht alsnog militairen inzetten. Om te redden wat nog kan. Immers: Syrië is belangrijk! De voornaamste les is inmiddels: preventie heeft gefaald. De militaire waarnemers werden destijds niet versterkt, maar teruggetrokken. Ook deze vaststelling is belangrijk.