Egmont Institute logo

Belgium must aim for a strong government

Post thumbnail print

In

The corona crisis makes it clear that we need a decisive government. In Belgium this is not obvious, but it is a necessity.

This commentary was first published in De Tijd.

(Photo credit: Pixabay)

*****

België moet inzetten op een sterke overheid

De coronacrisis maakt duidelijk dat we een slagkrachtige overheid nodig hebben. In België is dat geen evidentie, maar wel een noodzaak.

Als het stof na de coronacrisis gaat liggen, zal één inzicht als een paal boven water staan: in crisistijd heeft een samenleving een slagkrachtige overheid broodnodig. Zowel voor de gezondheidszorg als voor de economie is verregaande overheidsinterventie vandaag urgent. Maar voor een land als België met meerdere bestuurslagen en soms verlammende complexiteit roept dat ook veel vragen op. Na weken van zelfopoffering spreekt het voor zich dat we in de nasleep van deze storm zowel onze zorgverleners als het kritieke overheidspersoneel koesteren. Tegelijk moeten we maximaal op economische relance inzetten. Dat vergt een collectieve inspanning waarin we de beste analyses van bestuurswetenschappers en studiediensten bundelen om na te gaan waar de schaarse middelen in te zetten.

Vandaag is het al overheidsinterventie wat de klok slaat. De Nationale Veiligheidsraad – in een innovatieve samenstelling onder leiding van de premier en met de ministers-presidenten aan boord – heeft zich ontpopt tot het coördinatieorgaan dat de acute crisis in goede banen leidt. Binnen de EU beschikt België over een uitzonderlijk sterk systeem van gezondheidszorg: gemeten in percentage van het bbp gaan alleen Denemarken, Frankrijk en Oostenrijk ons voor. Zelfs dan dreigt het coronavirus zonder verregaande overheidsmaatregelen een tijdelijke implosie van het systeem te veroorzaken.

Intussen is ook duidelijk dat de Europese Centrale Bank de monetaire bazooka heeft bovengehaald. Dat stelt EU-lidstaten in staat met budgettaire stimuli een economische doorstart te faciliteren. Het is niet vreemd dat het Europese overleg over schuldfinanciering en economische relance leidt tot scherpe debatten en meningsverschillen tussen de hoofdsteden. De legitieme arbitrage tussen verschillende beleidsobjectieven vormt de essentie van goed bestuur. Het komt erop neer dat je concurrerende noden op een dusdanige manier met elkaar verzoent dat de hele samenleving er wel bij vaart.

In die context zal het voor België niet volstaan terug te grijpen naar de het beproefde recept van vertrouwen in gewestelijke variatie in combinatie met een Europees vangnet. In crisistijd bieden de Europese instellingen geen vervanging voor sterke lidstaten. Daarnaast is het zelfs voor een gefragmenteerd land als België niet zo moeilijk de fundamentele beleidsprioriteiten te identificeren.

Extreme belasting

Vooreerst moeten onze gezondheidszorg en het bredere overheidsapparaat gestut worden om de extreme belasting te doorstaan. Alle zorgverleners brengen vandaag grote offers en verdienen daarom respect. Ook de rest van het kritieke overheidsweefsel zoals politie, brandweer, civiele bescherming, militairen en diplomaten draait overuren. Pas in de moeilijkste omstandigheden wordt duidelijk welke onderdelen van de samenleving werkelijk essentieel zijn. Ongeacht de negatieve weerslag van de economische stilstand op de overheidsfinanciën is duidelijk dat die mensen niet het gelag mogen betalen.

Ten tweede moeten onze overheden inzetten op economische relance en niet wachten op een Europese mirakeloplossing. De Europese Centrale Bank levert haar bijdrage door de rente naar nul te duwen, andere overheden moeten nu hun rol spelen. Dit draait om meer dan eenvoudigweg geld uitgeven. Elk land – of elk gewest bij ons – kan slimme accenten leggen bij investeringen. De coronacrisis toont hoe fragiel en onevenwichtig de globale productieketen is geworden. Daarom is de versterking van ons technologische en industriële weefsel een topprioriteit. De herlokalisering van productiecapaciteit vergt evenwel een minimum aan coördinatie, waar het lokale overheden vaak aan ontbreekt. Daar is een rol weggelegd voor nauw overleg tussen de gewestelijke en federale overheden. De bescherming van ons resterende economische weefsel tegen buitenlandse overnames is evenzeer van belang. De controle over kritieke sectoren vormt de speerpunt van de nieuwe geopolitieke rivaliteit.

We moeten inzien dat de uitholling van ons staatsapparaat niet duurzaam is – zeker omdat dit niet de laatste crisis zal zijn. ”

Ten derde moeten we inzien dat de uitholling van ons staatsapparaat niet duurzaam is – zeker omdat dit niet de laatste crisis zal zijn. Uiteraard moet voorzichtig met de beschikbare middelen worden omgesprongen. Zowat alle kritieke overheidsfuncties kampen met nijpende tekorten. Om die evenwichtsoefening in goede banen te leiden, zijn betrouwbare data en professionalisme noodzakelijk. Daarom moeten we bestuurswetenschap in brede zin koesteren. Onze universiteiten, werkgeversorganisaties en vakverenigingen hebben daarbij een belangrijke rol te spelen. En politieke partijen overwegen best hun studiediensten te versterken.

De maatschappelijke opdracht die ons te wachten staat is niet min. Een decennium na een zware economische crisis wacht ons een nog omvangrijkere noodsituatie. In deze omstandigheden moet de samenleving de betekenis van dat woord waarmaken: samen-leven. Dat vereist goede afspraken om de collectieve belangen te verzekeren, en tegelijk het respect voor de vrijheden van iedereen te bewaren. In de meest fundamentele zin is dat de taak van de overheid. Als de vorige eeuw ons iets geleerd heeft, dan is het dat met behulp van maatschappelijke mobilisatie en geduld zelf de moeilijkste uitdagingen te overwinnen zijn.