Egmont Institute logo

Europe must not choose sides in a conflict between the United States and China

Post thumbnail print

In

“Unlike the current Russian regime, China is generally more pragmatic.” According to Prof. Dr. Sven Biscop an opportunity that the European Union must seize.

This article was first published in Knack. Read the full text below in Dutch.

(Photo credit: Wikimedia Commons)

*****

Europa moet geen kant kiezen in een conflict tussen de Verenigde Staten en China

 ‘In tegenstelling tot het huidige Russische regime handelt China over het algemeen veeleer pragmatisch.’ Daarin ligt volgens Prof. Dr. Sven Biscop een kans die de Europese Unie moet grijpen.

Gaat het debat over China dezelfde kant op als dat over de Sovjetunie tijdens de Koude Oorlog? Is al wie zich niet voldoende bezorgd toont over het gele/rode gevaar meteen verdacht als infiltrant?

In de Verenigde Staten (VS) is er een sterke consensus, over de partijgrenzen heen: China is de strategische tegenstander. Wie ook de volgende president wordt: verwacht je aan een harde opstelling tegenover China. Amerika voert de druk op de Europese Unie (EU) op om een gelijkaardige confrontationele koers te volgen. Het gevolg is dat ook het debat in Brussel langzamerhand polariseert.

Als de VS de onbetwiste nummer één van de wereld wil blijven, dan is de opkomst van China voor Washington inderdaad een probleem an sich. Maar wij Europeanen zijn al lang genezen van die obsessie: we zijn al vele decennia niet meer de nummer één en absoluut niemand wenst een terugkeer naar ons imperialistisch verleden. Voor de EU is China daarom niet noodzakelijk een tegenstrever.

China streeft zijn belangen na. Natuurlijk heeft dat in vele domeinen negatieve gevolgen voor de Europese belangen, maar vaak genoeg vallen de belangen ook samen. China heeft een strategie vóór China, maar daarom nog geen strategie tégen Europa. China handelt zoals alle andere grootmachten, de VS en de EU incluis. Het is nog erg succesvol ook, en dat steekt: de Chinezen lijken het vaak slimmer aan te pakken dan wijzelf. Na het einde van de Koude Oorlog dacht het Westen dat het de wereld controleerde. Nu is het voor iedereen duidelijk dat dat niet klopt, of toch dat het Westen niet langer alleen aan het stuur zit.

Maar dat betekent niet dat we een nieuwe Koude Oorlog moeten beginnen. Waarom ons opnieuw decennialang opsluiten in een conflictlogica als er ook maar enige kans is om dat te vermijden?

De EU zou een veel gesofisticeerder strategie moeten volgen. Eerder dan een kant te kiezen en de wereldpolitiek opnieuw te bevriezen in twee allianties (wij en de Amerikanen tegen de Chinezen en de Russen), moet onze strategie er een zijn van engagement ten opzichte van alle grootmachten.

Dat is niet hetzelfde als zomaar alles aanvaarden wat China doet. Zoals de Europese Commissie duidelijk maakt in haar recente aanbevelingen voor een nieuwe China-strategie (12 maart), mogen we niet naïef zijn. Het vertrekpunt van elke strategie is eenheid en de verdediging van onze soevereiniteit tegen elke buitenlandse poging tot subversie, in de politieke, economische of militaire sfeer. Het doel is om de EU sterk genoeg te maken, niet om de confrontatie met China aan te gaan, maar om China te engageren: terugduwen waar het moet, maar samenwerken waar het kan.

Helaas schendt het regime van de Chinese Communistische Partij (CCP) massaal de mensenrechten van de eigen burgers. De EU moet zich blijven uitspreken voor de mensenrechten, al was het maar om duidelijk te maken dat ze universeel zijn en dat mensenrechtenschendingen nooit de normaliteit kunnen zijn. Maar dat sluit samenwerking in het buitenlands beleid niet uit. Daarvoor moet je niet per se dezelfde waarden delen, maar een aantal gezamenlijke doelstellingen overeenkomen en afspreken wat een legitieme manier is om die te bereiken.

Het is geen doelstelling van de EU om het CCP-regime ten val te brengen. Ons doel is dat China in zijn relatie met andere staten de regels van de internationale orde respecteert. In tegenstelling tot het huidige Russische regime, dat op een dogmatische manier stokken in de wielen steekt van de VS of de EU telkens de gelegenheid zich voordoet, handelt China over het algemeen veeleer pragmatisch. In de meeste dossiers laat het zich leiden door zijn belangen en niet door ideologie of emotie. Daarin ligt een kans die de EU moet grijpen.

Of, beter gezegd, die China moet grijpen. De EU geeft keer op keer aan dat ze bereid is China op zijn woord te nemen wanneer het zich positief uitlaat, bijvoorbeeld ten voordele van meer markttoegang of de bescherming van het multilateralisme. Als China het inderdaad zo slim speelt, dan handelt het nu naar die uitspraken en onderneemt het samen met de EU actie om reële gedeelde belangen te verdedigen. De recente EU-China top (9 april) kondigde zich moeilijk aan, maar uiteindelijk werd toch een gemeenschappelijke verklaring overeengekomen, waarin China concrete engagementen aangaat. Dat bewijst dat de Europese aanpak kan werken – als China zijn engagementen nu ook nakomt. Doet het dat niet, dan hoeft Beijing echter niet verrast te zijn als meer en meer Europeanen de dingen alsnog op zijn Amerikaans beginnen zien.

 

Sven Biscop: Docent UGent en programmahoofd Egmont – Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen